In het meest voorkomende type beeld wordt Shiva getoond met vier armen en vliegende lokken die dansen op de figuur van een dwerg, die soms wordt geïdentificeerd als Apasmara (een symbool van menselijke onwetendheid, apasmara betekent "vergeetachtigheid" of "achteloosheid").
Shiva danst de dans van de schepping, de dans van vernietiging, de dans van troost en bevrijding. Onder zijn linkervoet is de onwetendheid verpletterd; uit zijn hoofd ontspringt het levengevende water.
Zijn metgezel zijn de vlammen, de maan, de trommel en de lotus. Zijn berg is de witte stier, en de tijger heeft zijn huid gegeven om zijn lendenen te omgorden. Slangen rollen om zijn ledematen en uit zijn rechterhand stroomt de belofte van vrijlating.
Deze dans is niet alleen een symbool. Het speelt zich af op elk moment op elk niveau. De geboorte van de wereld, haar onderhoud, haar vernietiging, de bedekking van de ziel en haar openbaring, dit zijn de vijf daden van deze dans. Alles wat gemaakt is, zal niet gemaakt worden en alles wat vernietigd is zal gecreëerd worden.